Les 21

Theorie

  • rondom mij --> alrededor de mí. Het kan echter ook voorkomen dat bij dergelijke woorden alrededor mío wordt gebruikt.
  • Bij informeel of plat Spaans, kan bij een voltooid deelwoord de uitspraak de d wegvallen: ik heb gewerkt --> he trabajado, klinkt dan als he trabajao.
  • Bij informeel op plat Spaans kan bij de verleden tijd indefinido in de uitspraak een -s achter de jijvorm komen: jij werkte --> trabajaste, klinkt als trabajastes.
  • Een woord begint nooit met een tweeklank (combinatie van een u of een i met een andere klinker), dus bijvoorbeeld ue- of ie-. In het geval van ue- komt er dan een h- voor. dit is bijvoorbeeld het geval bij diftongerende werkwoorden. Een aantal vormen van oler (ruiken), dat diftongeert, zou normaal beginnen met ue-, maar dat wordt dus hue-, bijvoorbeeld huelo (ik ruik). In het geval van ie-, wordt het ye-. Een aantal vormen van errar (dwalen), dat diftongeert, zou normaal beginnen met ie-, maar dat wordt dus ye-, bijvoorbeeld yerro (ik dwaal).
  • Als bij werkwoorden die diftongeren met o/ue voor de o een g staat, dan komen er puntjes op de u, om ervoor te zorgen dat de u zijn w-klank niet verliest. Dit geldt bijvoorbeeld voor avergonzarse (zich schamen), waar vormen als me avergüenzo (ik schaam me) in voorkomen.
  • Als een werkwoord eindigt op -acer, -ecer, -ocer of -ucir, dan wordt bij de ik-vorm tegenwoordige tijd een z ingevoegd voor de c. traducir (vertalen) --> traduzco (ik vertaal).
  • Werkwoorden die eindigen op -ducir, zoals conducir (besturen) en traducir (vertalen), hebben daarnaast nog een onregelmatigheid in de verleden tijd indefinido:
    • De ikvorm tegenwoordige tijd: ik bestuur = conduzco
    • Verleden tijd indef: conduje, condujiste, condujo, condujimos, condujisteis, condujeron

Geluidsopname 44, bevat deze vormen.

Idioom

Hulpdiensten

de politie = la policía
de brandweer = los bomberos
de ambulance = la ambulancia
het ziekenhuis = el hospital
de arts = el médico
de verpleegster = la enfermera
de apotheek = la farmacia
 

Werkwoorden

ruiken = oler (ue)
dwalen = errar (ie)
zich schamen = avergonzarse (ue)
besturen = conducir
vertalen = traducir
(samen) delen = compartir
zweten = sudar
 

Bijbelboeken:

Job = Job
Psalmen = Salmos
Spreuken = Proverbios
Prediker = Ecclesiastés
Hooglied = Cantar de los Cantares
Jesaja = Isaías
Jeremia = Jeremías
Klaagliederen = Lamentaciones
 

Andere woorden:

rondom = alrededor
de wasknijper = la pinza
ziek = enfermo
de ziekte = la enfermedad
ziek zijn = estar enfermo
het medicijn = la medicina

Geluidsopname 45, bevat deze woordenlijst.