Les 5

Theorie

  • In telwoorden zijn de woorden cien (100) en mil (1000) altijd beklemtoond.
  • Telwoorden hebben alleen vrouwelijke een meervoudsvormen voor wat betreft de onderdelen uno (1), honderdtallen vanaf 200 (cien casas, maar doscientas casas) en duizendtallen.
  • Honderdtallen lopen in het Spaans tot 900, niet verder. 1900 wordt dan niet negentienhonderd, maar duizend negenhonderd.
  • honderd is cien, behalve als er een kleiner getal na komt, dan wordt het ciento: 'cien mil' = 100.000 en 'ciento cincuenta'is 150.
  • Werkwoorden op -ir worden bijna hetzelfde vervoegd als werkwoorden op -er. Van de vormen die we nu kennen wijken allen de wij-vorm en de jullie-vorm tegenwoordige tijd af:
    • Eten, veroorloven - comer, permitir
    • Ik eet, ik veroorloof - como, permito
    • Jij eet, jij veroorlooft - comes, permites
    • Hij eet, hij veroorlooft - come, permite
    • Wij eten, wij veroorloven - comemos, permitimos
    • Jullie eten, jullie veroorloven - coméis, permitís
    • Zij eten, zij veroorloven - comen, permiten
  • De vormen op -ar, -er en -irzijn vergelijkbaar met de Nederlandse infinitief
  • Het spaanse werkwoord heeft een toekomende tijd. Deze wordt gemaakt door een beklemtoonde uitgang achter de infinitief te plakken. Die wordt voor werkwoorden op -ar, -er en -irop dezelfde manier gevormd:
  • Ik zal werken - trabajaré, comeré, permitiré
  • Jij zult werken - trabajarás, comerás, permitirás
  • Hij zal werken - trabajará, comerá, permitirá
  • Wij zullen werken - trabajaremos, comeremos, permitiremos
  • Jullie zullen werken - trabajaréis, comeréis, permitiréis
  • Zij zullen werken - trabajarán, comerán, permitirán

Geluidsopname 9, bevat deze rijtjes.

We hebben nu weliswaar nog niet de helft van de Spaanse werkwoordsvervoegingen geleerd, maar wel bijna alles wat voorlopig van belang is. Zorg dat de rijtjes werkwoorden uit deze en vorige lessen er goed in zitten, dit is een belangrijke basis voor je kennis van het Spaans.

Idioom

Telwoorden:
100 = cien / ciento
101 = ciento uno
102 = ciento dos (enz.)
200 = doscientos
235 = doscientos treinta y cinco (ter voorbeeld)
300 = trescientos
400 = cuatrocientos
500 = quinientos
600 = seiscientos
700 = setecientos
800 = ochocientos
900 = novecientos
1.000 = mil
2.000 = dos mil
2.008 = dos mil ocho
2.100 = dos mil cien
10.000 = diez mil
100.000 = cien mil
 
-Voorlopig kennen jullie hiermee voldoende hoofdtelwoorden.
Regelmatige werkwoorden op -ir:
leven = vivir
veroorloven = permitir
 
Zinnetjes:
Goedemorgen = Buenos días
Goedemiddag = Buenas tardes
Goedenavond/goedenacht = Buenas noches

Kleuren:

rood = rojo
oranje = naranja
geel = amarillo
groen = verde
blauw = azúl
paars = morado
roze = rosado
bruin = marrón
zwart = negro
wit = blanco

Geluidsopname 10, bevat deze woordenlijst.