Les 2

Hallo allemaal,
Hierbij deel twee van de cursus Spaans. Hebben jullie de les van vorige week er allemaal al in zitten? Als je moeite hebt met woordjes leren, neem dan even contact op.

Ik heb jaren geleden een computerprogramma geschreven om woordjes mee te leren en daar zelf duizenden Spaanse woordjes mee geleerd. Inmiddels hebben veel mensen het programma getest en blijkt het zeer goed te werken.

Succes ermee allemaal!
Groetjes,
  Johan (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

Theorie

Klinkers: Het Spaans heeft vijf klinkerklanken: A, E, I, O en U, zie voor de uitspraak geluidsopname 1 uit les 1. Klinkers zijn in het Spaans niet kort of lang. Waar twee dezelfde klinkers achter elkaar staan worden die uitgesproken alsof er slechts een staat. Het gaat dan doorgaans wel om klinkers van twee verschillene lettergrepen.
Medeklinkers: Dubbele medeklinkers komen in het Spaans nauwelijks niet voor. Mocht het wel voorkomen, dan betekent dat niet dat de voorliggende klinker kort wordt. Voor de uitspraak van de medeklinkers, zie ook geluidsopname 1.

Niet alleen medeklinkers worden altijd hetzelfde uitgesproken. Niet volgens het opgenomen alfabet gaan:

  • De B wordt aan het begin van een woord uitgesproken als een b. In een woord wordt het een w, behalve als er een andere medeklinker voor of na staat. Dus: boca wordt uitgesproken als boka, Cuba wordt uitgesproken als Koewa en combustible wordt uitgesproken als komboestible.
  • De C wordt uitgesproken als de Nederlandse C: voor een E of I als een s en voor een A, O of U als een k. CH wordt uitgesproken als tsj.
  • De G wordt voor een E of I uitgesproken als de ch van kachel. Voor een A, O of U als in het Engelse woord go. Een GU voor een E of I wordt uitgeproken als de g van go.
  • De H wordt niet uitgesproken. Als de H tussen twee klinkers staat, dan wordt dat uitgesproken alsof de H geheel ontbreekt.
  • De J wordt altijd uitgesproken als een Nederlandse g.
  • De L wordt uitgesproken als de Nederlandse L, de LL ongeveer als de Nederlandse J.
  • De QU klinkt samen als de Nederlandse K.
  • De RR klinkt iets langer dan de R.
  • De V en de W worden hetzelfde uitgesproken als de Spaanse B.
  • De X wordt uitgesproken als de gs in het woord drugs.
  • De Z wordt uitgesproken als in het Nederands, aan het eind van een woord meer als een S.
  • De C wordt in Spanje voor een E of een I uitgesproken als de Engelse th. De Z wordt in Spanje uitgesproken als de Engelse th.
  • Het Spaanse bepaalde lidwoord (de/het) is in het enkelvoud el voor mannelijke woorden, la voor vrouwelijke woorden en lo als er geen woord achter staat: "Kun je mij het aangeven?" - "¿Puedes traérmelo?". In het meervoud wordt het los voor mannelijke woorden en las voor vrouwelijke woorden.
  • Het Spaanse onbepaalde lidwoord (en/enkele) is in het enkelvoud un voor mannelijk en una voor vrouwelijk. In het meervoud is het unos voor mannelijk en unas voor vrouwelijk. "Een jaar" - "un año", "enkele jaren" - "unos años".
  • De eerste tijd zal ik de bepaalde lidwoorden erbij zetten in de woordenlijsten. Later alleen zo nodig nog m of v erachter voor mannelijk of vrouwelijk.

Idioom

Dagen van de week:

zondag = domingo
maandag = lunes
dinsdag = martes
woensdag = miércoles
donderdag = jueves
vrijdag = viernes
zaterdag = sábado

Zinnetjes:
Hoe gaat het? = ¿Qué tal?
Ik heet Johan. = Me llamo Johan.
Hoe heet je? = ¿Cómo te llamas?
Ik ben twintig jaar oud. = Tengo veinte años.

Andere woorden:
de seconde = el segundo
de minuut = el minuto
het uur = la hora
de week = la semana
de maand = el mes
het jaar = el año
het water = la agua
de kraan (voor water) = el grifo
het huis = la casa
het dak = el techo
de kerk = la iglesia
de vloer = el piso
de deur = la puerta
de haven = el puerto
het raam = la ventana
de muur = la pared

Geluidsopname 3 bevat deze woordenlijst.