Les 17

Theorie

  • Als een persoon wordt aangesproken, dan is het niet gebruikelijk daar een bezittelijk voornaamwoord voor te zetten. Tegen een vriend zeg je in het Spaans doorgaans dus niet: luister, mijn vriend (escucha, mi amigo), maar luister, vriend (escucha, amigo). Het kan echter wel voorkomen dat het bezittelijk voornaamwoord toch gebruikt wordt.
  • Voor de mijne en van mij wordt het rijtje losse bezittelijke voornaamwoorden gebruikt, het rechter rijtje uit les 9: mío, tuyo, enz: dat is niet van mij --> no es mío.
  • In informele taal worden rangtelwoorden vanaf undécimo (elfde) doorgaans niet gebruikt. In plaats daarvan wordt het hoofdtelwoord gebruikt, soms in combinatie met número(nummer): 'het twaalfde boek' --> 'el duodécimo libro', maar informeel 'el libro número doce'.
  • Getallen bij eeuwen en vorstennamen worden in Romeinse cijfers geschreven: 'de 21e eeuw' --> 'el siglo XXI' / 'Alfons XIII' --> 'Alfonso XIII' (koning van Spanje 1886-1931).
  • Ook onder de elf worden gemakkelijk hoofdtelwoorden als rangtelwoord gebruikt: '5 juni' --> 'el quinto de junio', maar ook 'el cinco de junio'.
  • Het werkwoord poder (kunnen) diftongeert. Daarnaast heeft het een onregelmatige verleden tijd indef en valt de eweg bij de toekomende tijd. De rijtjes waarbij afwijkingen zijn:
    • Tegenwoordige tijd: puedo, puedes, puede, podemos, podéis, pueden
    • Verleden tijd indef: pude, pudiste, pudo, pudimos, pudisteis, pudieron
    • Toekomende tijd: podré, podrás, podrá, podremos, podréis, podrán

Geluidsopname 38, bevat deze vervoegingen.

Idioom

Christelijke feesten:

Kerst = Navidad
Goede Vrijdag = Viernes Santo
Pasen = Pascua
Hemelvaart = Ascensión
Pinksteren = Pentecostés
 

Werkwoorden:

luisteren = escuchar
kunnen = poder (ue)
 

Andere woorden:

het nummer = el número
het boek = el libro
de eeuw = el siglo

Menselijk lichaam:

de keel = la garganta
de slokdarm = el esófago
de maag = el estómago
de darm = el intestino
de lever = el hígado
de nier = el riñón
de galblaas = la vesícula biliar
de long = el pulmón
de tepel = el pezón
de rib = la costilla
de navel = el ombligo
de spier = el músculo
de pees = el tendón
het hart = el corazón
de blaas = la vejiga
de schaamstreek = el pubis
de rugwervel = la vértebra
de kaak = la quijada
de tand = el diente
de kies = la muela
 

Geluidsopname 39, bevat deze woordenlijst.