Les 18

Theorie

  • Als verkleiningsuitgang kennen we -ito al. Andere uitgangen die je kunt tegenkomen zijn -cito, -illo, -uelo en -ete.
  • Als een woord eindigt op een beklemtoonde klinker of op een medeklinker, dan kot de verkleiningsuitgang er onveranderd achter. Als het woord op een z eindigt, dan verandert die in een c als de uitgang erachter komt: el ratón --> el ratonito (de muis) / la nariz --> la naricita (de neus)
  • Als een woord eindigt op -o of -a, dan valt die letter weg. Als een woord eindigt op -co of -ca, dan verandert de c in qu, zodat de k-klank blijft: la mesa --> la mesita (de tafel) / la vaca --> la vaquita (de koe) / el mono --> el monito (de aap)
  • Een bezittelijk voornaamwoord staat normaal achter het zelfstandignaamwoord en komt dus uit het rechter rijtje in les 9 als het zelfstandig naamwoord onbepaald is: son mis amigos = het zijn mijn vrienden / son amigos míos = het zijn vrienden van mij
  • Als er voor een zelfstandig naamwoord een telwoord of een ander voornaamwoord staat, dan komt het bezittelijk voornaamwoord er ook achter: tres casas suyas (drie van zijn huizen)
  • Voor de breuken 1/2 en 1/3 zijn aparte woorden: un medio / un tercio. 2/3 wordt dan dos tercios.
  • Voor de breuken 1/4 t/m 1/10 worden de gewone rangtelwoorden gebruikt: 3/7 --> tres séptimos.
  • Voor breuken vanaf 1/11 wordt het hoofdtelwoord gebruikt, met -avo erachter geplakt: 7/20 --> siete veinteavos.
  • Het werkwoord resolver(oplossen) diftongeert en heeft een onregelmatig voltooid deelwoord:
    • Tegenwoordige tijd: resuelvo, resuelves, resuelve, resolvemos, resolvéis, resuelven
    • Voltooid deelwoord: resuelto

Idioom

Aan tafel:

de tafel = la mesa
de stoel = la silla
het bord = el plato
het diepe bord = el plato hondo
het platte bord = el plato llano
het mes = el cuchillo
de vork = el tenedor
de lepel = la cuchara
de theelepel = la cucharilla
de beker = el vaso
de pan = la olla
 

Voedsel:

de soep = la sopa
het brood = el pan
de kaas = el queso
de ham = el jamón
de boter = la mantequilla
 

 

Samentrekkingen met con:

met mij = conmigo
met jou = contigo
met zich(zelf) = consigo
 

Breuken:

1/2 = un medio
1/3 = un tercio
1/4 - 1/10 = un cuarto - un décimo
1/11 = un onceavo
1/12 = un doceavo (enz.)
 

Andere woorden:

oplossen = resolver (ue)
de zeep = el jabón

Geluidsopname 40, bevat deze woordenlijst.